Wegens beperkte voorraad van de Statuten & Huishoudelijk Reglement kunt u hier de pdf versie ophalen en dubbelzijdig uitprinten.(25Mb. groot)



*** Klik hierop om de aanpassing Privacy-regels i.v.m. AVG per 25 mei 2018 te kunnen bekijken.***

Nederlandse Vereniging van Spiritualisten "Harmonia"
Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder nr.: 40477196
Opgericht 27 december 1888 - Wijzigingsdatum Statuten en Reglementen 1 juni 1996.




Naam van de vereniging -Art. 1
Duur en verenigingsjaar -Art. 2
Doel en middelen -Art. 3 t/m 4
Leden -Art. 5 t/m 7
Afdelingen -Art. 8 t/m 11
Algemene Vergadering -Art. 12 t/m 16
Hoofdbestuur -Art. 17 t/m 18
Geldmiddelen en bezittingen -Art. 19 t/m 20
Verenigingsbladen -Art. 21
Statutenwijziging en ontbinding -Art. 22
Taken dagelijks bestuur en het Handboek Bestuurders



Statutenwijziging bij notariële akte d.d. 31 januari 1997
Sinds 28 oktober 1994 "Nederlandse Vereniging van Spiritualisten Harmonia" of kortweg Harmonia-Nederland.
Opgericht 27 december 1888 als "Nederlandse Vereniging van Spiritisten Harmonia"






Artikel 1.


  1. De vereniging draagt de naam:
    Nederlandse Vereniging van Spiritualisten "Harmonia".
  2. Zij is gevestigd te De Bilt.

Terug naar begin





Artikel 2.


De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.



Terug naar begin



Artikel 3.


Het doel van de vereniging:

  1. Het uitdragen van de op paranormale verschijnselen berustende spiritualistische overtuiging dat er een voortbestaan is na de stoffelijke dood;
  2. Het bevorderen van een wetenschappelijk verantwoorde studie van paranormale verschijnselen in de ruimste betekenis;
  3. Het bevorderen van een filosofische en/of religieuze interpretatie van de verkregen feitenkennis;
  4. Het scheppen van ruimte voor ontmoeting en onderlinge toetsing van de onderscheidende spiritualistische levensvisies, gebaseerd op de bestudeerde verschijnselen;
  5. Het bevorderen en onderhouden van contacten met verenigingen en organisaties die een spiritualistische levensvisie uitdragen, dan wel op paranormaal terrein werkzaam zijn.

Artikel 4.


De vereniging tracht dit doel te bereiken door:

  1. Het voeren van een beleid dat erop is gericht meer bekendheid te geven aan de spiritualistische levensvisie van Harmonia Nederland;
  2. Het ondersteunen en adviseren van de afdelingen;
  3. Het organiseren van kaderdagen, ontmoetingsdagen en andersoortige bijeen-komsten, zowel landelijk, regionaal als plaatselijk, die alle bijdragen aan het bevorderen van de onderlinge contacten en de ontwikkeling van het individu;
  4. Het geven van telefonisch advies via het landelijk informatienummer dan wel het landelijk secretariaat;
  5. Het uitgeven, uitlenen en verspreiden van werken en tijdschriften, betrekking hebbende op de spiritualistische levensvisie.


Terug naar begin



Artikel 5.


  1. De vereniging kent als leden:
    1. Afdelingsleden
      Onder afdelingsleden worden verstaan, personen die door het bestuur van een afdeling zijn ingeschreven als lid van die afdeling;
    2. Ereleden
      Onder ereleden worden verstaan, leden die wegens bijzondere verdiensten jegens de vereniging als zodanig door de Algemene Vergadering zijn benoemd. In uitzonderlijke gevallen kan de Algemene Vergadering, aan een te benoemen erelid, de titel erevoorzitter verlenen.
    3. Algemene leden
      Personen, die niet wensen te behoren tot een afdeling, kunnen door de ledenadministrateur worden ingeschreven als algemeen lid.
  2. Leden moeten de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt.
  3. Personen, die wensen toe te treden tot een afdeling van de vereniging, worden ingeschreven als kandidaatlid. Zij blijven dit tot aan het tijdstip dat aan hen het lidmaatschap wordt verleend.
  4. Leden, zijnde geen bestuursleden, zijn niet aansprakelijk voor de schulden van de vereniging.


Artikel 6.



Het afdelingslidmaatschap vangt aan bij de inschrijving als lid door het bestuur van een afdeling.
Het algemeen lidmaatschap vangt aan bij de inschrijving als algemeen lid door de ledenadministrateur.


Artikel 7.


  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. Door het overlijden van het lid.
    2. Door schriftelijke opzegging door het lid. Deze opzegging moet geschieden tenminste een maand voor het eindigen van het halve of hele jaar en wel door een afdelingslid aan het afdelingsbestuur en door een algemeen lid aan de ledenadministrateur.
    3. Door schriftelijke opzegging namens de afdeling, wanneer een lid, na tenminste tweemaal schriftelijk tot voldoening te zijn gemaand, een achterstand in de contributiebetaling heeft.
      Bij opzegging wegens een achterstand in de contributiebetaling blijft de achterstallige contributie verschuldigd.
      Het gewezen lid kan alleen na volledige betaling van het door hem verschuldigde opnieuw lid van de vereniging worden.
      Tegen de in dit lid genoemde opzegging kan het lid binnen één maand na de dagtekening van de opzegging in beroep gaan bij de ledenvergadering. Dit beroep dient door het afdelingsbestuur op de agenda van de eerstvolgende afdelingsledenvergadering geplaatst te worden.
    4. Door royement. Dit royement kan worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd handelt met de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
      Het royement kan ook worden uitgesproken indien een lid bij herhaling de gang van zaken tijdens de bijeenkomsten verstoort, dan wel op andere wijze het functioneren van de afdeling in gevaar brengt.
      Het afdelingsbestuur kan in dit geval het lid op staande voet schorsen, doch dient deze schorsing binnen drie dagen schriftelijk te bevestigen.
      Binnen acht weken dient de afdelingsledenvergadering deze schorsing om te zetten in een royement, dan wel de schorsing te verwerpen.

  2. Het royeren van een afdelingslid geschiedt door de ledenvergadering van de betreffende afdeling, bijeengeroepen overeenkomstig het bepaalde in Artikel 10 lid 1, 2 en 3 van het Huishoudelijk Reglement.
    De betrokkene wordt binnen twee weken schriftelijk, met opgave van redenen, van het besluit in kennis gesteld. Gelijktijdig dient een kopie van deze kennisgeving aan de secretaris van het hoofdbestuur gezonden te worden.
    Het geroyeerde lid kan, binnen vier weken na ontvangst van de kennisgeving van het besluit, in beroep gaan bij het hoofdbestuur. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
    Het hoofdbestuur stelt het geschorste lid en het betrokken afdelingsbestuur schriftelijk op de hoogte van zijn mening in deze. Het lid en het afdelingsbestuur kunnen, indien zij het met deze mening niet eens zijn, in beroep gaan bij de Algemene Vergadering, via de secretaris van het hoofdbestuur.
    Dit beroep dient op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering geplaatst te worden.

  3. Het erelidmaatschap eindigt:
    1. Door het overlijden van het erelid.
    2. Door opzegging van het erelidmaatschap door het erelid.
    3. Door een besluit van de Algemene Vergadering.



Terug naar begin



Artikel 8.

  1. Na verkregen toestemming van het hoofdbestuur kan men een nieuwe afdeling oprichten, mits het aantal personen uit tenminste vijftien belangstellenden bestaat, die reeds (algemeen) lid van de vereniging zijn.
  2. In een gemeente kan meer dan één afdeling worden opgericht. Naast de toestemming van het hoofdbestuur is in dit geval ook die van de Algemene Vergadering vereist.
  3. De secretaris van het hoofdbestuur dient de reeds in die gemeente gevestigde afdeling schriftelijk te verzoeken om, betreffende deze oprichting een schriftelijk advies uit te brengen.
    Dit advies dient, binnen een maand na ontvangst van het verzoek hiertoe, door de secretaris van het hoofdbestuur te zijn ontvangen.

Artikel 9.

  1. In elke afdeling moet op de ledenvergadering door de leden van de afdeling een bestuur worden gekozen, bestaande uit een oneven aantal afdelingsleden, van tenminste drie.
    De voorzitter wordt in functie gekozen. De bestuursleden wijzen uit hun midden een secretaris en een penningmeester aan.
    Indien aan deze verplichtingen niet wordt voldaan, kan het hoofdbestuur die afdeling opheffen.
  2. Waar in de Statuten en Huishoudelijk Reglement wordt gesproken van een ledenvergadering, wordt bedoeld een vergadering van de leden van een afdeling die voldoet aan de in Artikel 10 van het Huishoudelijk Reglement gestelde voorschriften.
  3. Op een in lid 2 van dit artikel genoemde ledenvergadering, hebben alleen leden van die afdeling stemrecht.
    Kandidaatleden hebben toegang tot de ledenvergaderingen maar hebben geen stemrecht.
  4. Het bestuur van een afdeling belegt, tenminste zes tot acht weken voor de te houden Algemene Vergadering, een ledenvergadering als omschreven in lid 2 van dit artikel.
  5. De penningmeester is verplicht om tenminste twee weken voor de jaarlijks te houden ledenvergadering de jaarrekening, balans en de begroting aan de leden van de afdeling en aan de penningmeester van het hoofdbestuur toe te zenden.
  6. Op de ledenvergadering worden de jaarverslagen van de afdeling en het hoofdbestuur behandeld. Tevens wordt, zo mogelijk de penningmeester gedechargeerd en de begroting voor het reeds lopende jaar vastgesteld.
  7. Door een ledenvergadering worden gekozen:
    1. De leden van het afdelingsbestuur.
    2. De leden van de verificatiecommissie van de afdeling.
    3. Twee afgevaardigden naar de Algemene Vergadering en hun plaatsvervangers.
  8. Als afgevaardigden naar de Algemene Vergadering en hun plaatsvervangers worden leden, bij voorkeur bestuursleden, van de betreffende afdeling gekozen. Hoofdbestuursleden zijn voor deze functie niet verkiesbaar.
  9. De zittingstermijn voor afgevaardigden loopt tot de eerstvolgende ledenvergadering als bedoeld in lid 2 van dit artikel. Zij zijn terstond herkiesbaar.
  10. Door de ledenvergadering kunnen uit de leden van de vereniging kandidaten worden gesteld voor het hoofdbestuur, de redactie van het verenigingsblad, de functie van beheerder van de centrale boek- en brochurehandel en die van ledenadministrateur.
  11. Het afdelingsbestuur zorgt dat de penningmeester van het hoofdbestuur uiterlijk tien weken voor de Algemene Vergadering de stukken in zijn bezit heeft die nodig zijn voor zijn jaaroverzicht.
  12. Het afdelingsbestuur zorgt dat niet later dan vijf weken voor de Algemene Vergadering de namen en adressen van de in de leden 7 en 9 genoemde afgevaardigden en kandidaten, alsmede eventuele voorstellen van de afdeling in het bezit zijn van de secretaris van het hoofdbestuur.

Artikel 10.

  1. Het hoofdbestuur dient de in een ledenvergadering genomen besluiten, die niet overeenkomstig de Statuten en Huishoudelijk Reglement tot stand zijn gekomen dan wel daarmee strijdig zijn, ongeldig te verklaren.
  2. Het hoofdbestuur zal, indien het meent dat het belang van de afdeling c.q. de vereniging dit vordert, aan een afdelingsbestuur schriftelijk opdragen bepaalde handelingen te verrichten dan wel na te laten.
    1. Indien het betrokken afdelingsbestuur hieraan niet voldoet, kan het hoofdbestuur dit bestuur schorsen.
    2. Het hoofdbestuur dient dan maatregelen te nemen om de bijeenkomsten van die afdeling voortgang te doen vinden.
  3. Het hoofdbestuur is verplicht zijn in lid 1, 2 en/of 3 bedoelde beslissing ter goedkeuring aan de eerstvolgende Algemene Vergadering voor te leggen. De maximale termijn en voorwaarden voor het bijeenroepen van deze extra Algemene Vergadering is geregeld in Artikel 14 lid 2 en 3 van de Statuten.
  4. Het bestuur van de in lid 1 bedoelde afdeling, daartoe gemachtigd door een besluit van zijn ledenvergadering, kan tegen de beslissing van het hoofdbestuur binnen zes weken na dagtekening daarvan, schriftelijk in beroep gaan bij de Algemene Vergadering. Dit beroep moet worden ingediend bij de secretaris van het hoofdbestuur.
  5. Het hoofdbestuur plaatst dit beroep op de agenda van de in lid 4 bedoelde Algemene Vergadering.
  6. De beslissing van het hoofdbestuur, als bedoeld in lid 1, blijft van kracht tot de Algemene Vergadering in deze een beslissing heeft genomen.
  7. Mocht de Algemene Vergadering de door het hoofdbestuur gevraagde goedkeuring weigeren, dan dient de Algemene Vergadering tevens te beslissen welke besluiten in dat geval genomen moeten worden.
  8. Het afdelingsbestuur is te allen tijde, zowel ethisch als juridisch, verantwoordelijk voor de door haar genomen beslissingen met betrekking tot de invulling van de bijeenkomsten en het toegangsbeleid voor personen beneden de leeftijd zoals gesteld in Artikel 5 lid 2 van de Statuten.


Artikel 11.

  1. Indien er een niet op te lossen probleem binnen een afdeling ontstaat, dan belegt het afdelingsbestuur binnen drie weken een ledenvergadering en nodigt hierbij het hoofdbestuur uit, dat die vergadering dan ook zal leiden.
  2. Het hoofdbestuur kan bij gebleken noodzaak zelf ook een afdelingsledenvergadering of afdelingsbestuursvergadering uitschrijven.

  3. Het hoofdbestuur kan, naast het in Artikel 10 de leden 1 en 2 vermelde, een afdelingsbestuur schorsen indien het hoofdbestuur meent dat het verenigingsbeleid dit vereist. Er dient dan gehandeld te worden als omschreven in Artikel 10, lid 3b en verder.


Terug naar begin



Artikel 12.

  1. De Algemene Vergadering bestaat uit afgevaardigden die door en uit de afdelingsleden, bij voorkeur bestuursleden, worden gekozen.
  2. Afdelingen worden op de Algemene Vergadering vertegenwoordigd door maximaal twee afgevaardigden. Het bestuur van een afdeling draagt zorg dat niet later dan vijf weken vóór de Algemene Vergadering de namen en adressen van de afgevaardigden in het bezit zijn van de secretaris van het hoofdbestuur.
  3. De verkiezing van afdelingsafgevaardigden geschiedt per afdeling, zoals geregeld in Artikel 9 van de Statuten en in Artikel 11 van het Huishoudelijk Reglement.
  4. De toegang tot de Algemene Vergadering van anderen dan afgevaardigden, alsmede de rechten en plichten van die anderen op de Algemene Vergadering, worden in het Huishoudelijk Reglement geregeld.
  5. Een afdeling wordt ter Algemene Vergadering vertegenwoordigd door haar afgevaardigden tezamen, dan wel door haar enige afgevaardigde.
    In de Algemene Vergadering wordt per afdeling gestemd.
  6. Afdelingsvergaderingen verlenen aan hun afgevaardigden naar de Algemene Vergadering, naast op bepaalde punten omschreven stemgedrag, vrij mandaat.
  7. De afgevaardigden van een afdeling brengen tezamen het volgende aantal stemmen uit:
    Tot en met vijfentwintig leden: één stem;
    zesentwintig t/m vijftig leden: twee stemmen;
    éénenvijftig t/m honderd leden: drie stemmen;
    honderdenéén t/m honderdvijftig leden: vier stemmen;
    honderdéénenvijftig t/m tweehonderd leden: vijf stemmen;
    Elke honderd leden meer één stem tot een maximum van tien.
  8. In aanmerking komt het aantal leden, dat op de eerste dag van het kwartaal waarin de Algemene Vergadering plaatsvindt, als lid van de betreffende afdeling is opgegeven bij de ledenadministrateur en waarvoor de laatste afdrachtnota is voldaan.


Artikel 13.

  1. Tien weken voor de te houden Algemene Vergadering brengt het hoofdbestuur aan de besturen van de afdelingen verslag uit betreffende de vereniging en de financiën, welk verslag vergezeld gaat van de begroting voor het reeds lopende jaar.
  2. Ieder jaar wordt tenminste éénmaal een Algemene Vergadering gehouden, respectievelijk in mei of juni. In die vergadering worden de in lid 1 genoemde verslagen behandeld en legt het hoofdbestuur, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording af over zijn in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde bestuur.
    Tevens worden in deze vergadering hoofdbestuursleden benoemd uit de kandidaten die door het hoofdbestuur en door de afdelingen zijn gesteld.
  3. De Algemene Vergadering benoemt elk jaar een verificatiecommissie van drie leden en enige plaatsvervangers voor de controle van de rekening en verantwoording over het lopende rekeningsjaar; dit onderzoek zal plaatsvinden na afloop van het verenigingsjaar.
    Deze commissieleden mogen geen deel uitmaken van het hoofdbestuur.
    De commissie brengt aan de Algemene Vergadering verslag uit van haar bevindingen.
  4. Het hoofdbestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage te geven van de boeken en bescheiden van de vereniging.
  5. Goedkeuring door de Algemene Vergadering van het jaarverslag, de rekening en verantwoording dechargeert de penningmeester van het hoofdbestuur.
  6. Bij het aftreden van de penningmeester van het hoofdbestuur dient eenzelfde onderzoek plaats te hebben als in lid 3 is genoemd; dit onderzoek dient zich uit te strekken over de periode tot aan de dag van het aftreden; daarna neemt de nieuwe functionaris het beheer over.
  7. De Algemene Vergadering benoemt elk jaar uit de leden een ledenadministrateur, een beheerder van de centrale boek- en brochurehandel, alsmede de redactieleden van de verenigingsbladen.
  8. De in lid 7 genoemde functionarissen kunnen door het hoofdbestuur tussentijds geschorst worden. Het hoofdbestuur stelt de afdelingen onmiddellijk van deze schorsing in kennis.
    De Algemene Vergadering dient zich op de eerstvolgende bijeenkomst over deze schorsing uit te spreken.


Artikel 14.

  1. De jaarlijkse Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen door het hoofdbestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste dertien weken.
    De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke convocatie, te zenden aan de secretariaten van de afdelingen.
  2. Behalve de in het vorig lid bedoelde vergadering zullen Algemene Vergaderingen gehouden worden, zo dikwijls het hoofdbestuur dit wenselijk acht, alsmede zo dikwijls dit schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal afdelingen als bevoegd is tot het uitbrengen van één/vierde gedeelte der stemmen in een Algemene Vergadering.
    Ongeacht het aantal uit te brengen stemmen, zal één/vierde gedeelte van het aantal bestaande afdelingen in ieder geval de bijeenroeping van een Algemene Vergadering kunnen verzoeken.
  3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het hoofdbestuur verplicht tot bijeenroeping van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan dertien weken.
    Op de agenda van deze Algemene Vergadering dienen de door de verzoekende afdelingen aangevoerde punten voor te komen.
    Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het hoofdbestuur is ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het hoofdbestuur de Algemene Vergadering bijeenroept.
    Een aldus bijeengeroepen Algemene Vergadering wijst een eigen voorzitter aan.


Artikel 15.

  1. De leden van het hoofdbestuur hebben toegang tot de Algemene Vergadering. Zij mogen daarin het woord voeren, doch zij hebben geen stemrecht.
    Behoudens het gestelde in Artikel 14 lid 3 leidt de voorzitter van het hoofdbestuur de vergadering. De secretaris van het hoofdbestuur is tevens secretaris van de vergadering.
  2. In de Algemene Vergadering worden alle besluiten genomen met meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij de statuten een grotere meerderheid voorschrijven.
    Besluiten kunnen alleen genomen worden in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal afdelingen vertegenwoordigd is, blijkens de tekening van de presentielijst door de afgevaardigden.
    Is ter vergadering het vereiste aantal afdelingen niet vertegenwoordigd, dan wordt niet eerder dan vier weken en niet later dan dertien weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin uitsluitend de in de eerste vergadering aan de orde geweest zijnde voorstellen kunnen worden aangenomen met de vereiste meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal afdelingen dat ter vergadering vertegenwoordigd is.
    De termijn voor de oproeping tot deze tweede vergadering bedraagt tenminste twee weken.
    Voor besluiten tot statutenwijziging of ontbinding geldt het bepaalde in Artikel 22 van de Statuten.
  3. Moties kunnen vóór of tijdens de Algemene Vergadering worden ingediend, zowel schriftelijk als mondeling.
  4. De voorzitter is niet verplicht, vóór of tijdens de vergadering door een afdeling ingediende moties, direct of later in dezelfde vergadering in behandeling te nemen, met uitzondering van een motie bedoeld in Artikel 17 lid 5 van de Statuten, dan wel wanneer de motie gesteund wordt door tenminste vier afdelingen, exclusief de indienende afdeling.
  5. Indien de voorzitter zulks weigert, is hij automatisch op staande voet ontslagen. De leiding van de vergadering wordt dan overgenomen door de tweede voorzitter van het hoofdbestuur. Weigert ook deze de motie in behandeling te nemen, dan wordt het gehele hoofdbestuur beschouwd als te zijn ontslagen. In dat geval wijst de vergadering uit haar midden een interim hoofdbestuur aan, bestaande uit een voorzitter en tenminste twee leden.
    Hierna dient verder gehandeld te worden zoals omschreven in Artikel 17 lid 6, 7 en 8 van de Statuten.
  6. Stemming over personen geschiedt schriftelijk. Heeft na twee vrije stemmingen niemand de meerderheid van stemmen verkregen, dan wordt een herstemming gehouden, zo nodig na voorafgaande tussenstemming tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben.
    Staken de stemmen dan beslist het lot.
  7. Stemming over zaken geschiedt schriftelijk of mondeling, dit ter beoordeling van de voorzitter. Bij staken der stemmen is het voorstel verworpen.
  8. Bij stemming over de ingediende moties geldt, dat bij staking der stemmen de motie verworpen is.

Artikel 16.

  1. De jaarlijkse Algemene Vergadering stelt vast:
    1. De contributie van de afdelingsleden, alsmede het voor de afdelingen bestemde aandeel hiervan.
    2. Het inschrijfgeld voor de kandidaatleden.
    3. De bijdragen van de algemene leden.
    4. De abonnementsprijzen van het verenigingsblad.
  2. Deze besluiten behoeven om te worden aangenomen een meerderheid van stemmen, alsmede een meerderheid in aantal van de ter vergadering vertegenwoordigde afdelingen.
  3. De Algemene Vergadering stelt een Huishoudelijk Reglement vast. Dit Reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de Statuten.
  4. Voor een wijziging in het Huishoudelijk Reglement geldt eenzelfde meerderheid als in Artikel 22 lid 3 is omschreven.
  5. Wijzigingen in het Huishoudelijk Reglement treden in werking de dag nadat zij door de Algemene Vergadering zijn goedgekeurd.

Terug naar begin



Artikel 17.

  1. Het hoofdbestuur bestaat uit tenminste vijf leden die door de Algemene Vergadering uit de leden van de vereniging worden gekozen. De voorzitter wordt in functie gekozen. De hoofdbestuursleden wijzen uit hun midden een secretaris en een penningmeester aan.
  2. Bij tussentijdse vacatures in het hoofdbestuur kunnen de overblijvende leden voorzieningen treffen voor het tijdvak tot de eerstvolgende Algemene Vergadering.
  3. Het aantal hoofdbestuursleden wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering met inachtneming van het in lid 1 gestelde minimum.
    Het hoofdbestuur bestaat uit een oneven aantal personen, tenzij de Algemene Vergadering hiervoor ontheffing verleent.
  4. Elk jaar treedt de voorzitter af evenals de helft van de overige hoofdbestuursleden. Zij zijn terstond herkiesbaar. Secretaris en penningmeester mogen niet gelijktijdig aftredend zijn.
  5. Hoofdbestuursleden kunnen te allen tijde, bij een motie van wantrouwen, met inachtneming van een meerderheid in de stemverhouding door de Algemene Vergadering worden geschorst of ontslagen.
  6. Wanneer de Algemene Vergadering het vertrouwen in het hoofdbestuur heeft opgezegd, moet de voorzitter op staande voet de verkiezing van een interim-voorzitter aan de orde stellen, waarna de vergadering gedurende ten hoogste dertig minuten wordt geschorst.
    Tijdens de schorsing kunnen kandidaten worden gesteld. Deze kandidaten dienen leden van de vereniging te zijn en te worden gesteund door tenminste drie afdelingen.
    Na heropening van de vergadering wordt de interim-voorzitter in functie gekozen, waarna deze de leiding van de vergadering overneemt en aansluitend de verkiezing van een interim-hoofdbestuur doorvoert.
    Dit interim-hoofdbestuur functioneert tot de eerstvolgende Algemene Vergadering, welke binnen dertien weken dient plaats te hebben, alwaar een nieuw hoofdbestuur gekozen wordt volgens de procedure zoals omschreven in lid 1 t/m 4 van dit artikel.
  7. Personen wier hoofdbestuurslidmaatschap eindigt, zijn verplicht de onder hen berustende geldmiddelen, bezittingen en/of administratieve stukken van de vereniging binnen twee weken over te dragen aan hun opvolger of aan de voorzitter c.q. interim-voorzitter van het hoofdbestuur c.q. het interim-hoofdbestuur. De secretaris van het hoofdbestuur deelt hen schriftelijk mede wanneer, waar, en aan wie deze overdracht dient plaats te vinden.
  8. Indien de in lid 6 genoemde procedure niet leidt tot een interim-bestuur van tenminste 3 leden dient de interim-voorzitter met behulp van de indieners van de motie de lopende zaken af te handelen tot de, binnen dertien weken te houden, extra Algemene Vergadering.
  9. De functie van penningmeester van het hoofdbestuur is in één persoon niet verenigbaar met de functie van beheerder centrale boek- en brochurehandel, noch met die van ledenadministrateur.
  10. De functie van voorzitter van het hoofdbestuur is in één persoon niet verenigbaar met die van voorzitter van een vereniging, werkgroep of stichting, die een spiritualistische levensvisie uitdraagt dan wel op paranormaal terrein werkzaam is.
  11. De Algemene Vergadering kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9 en 10 van dit artikel. Deze ontheffing kan slechts voor één jaar verleend worden en kan jaarlijks verlengd worden.
  12. Het hoofdbestuur is ten aanzien van het gevoerde beleid van de redactie van het verenigingsblad verantwoording verschuldigd aan de Algemene Vergadering.
  13. In het hoofdbestuur kunnen geen twee of meer personen zitting hebben die:
    1. Elkaars levenspartner zijn, wel of niet gehuwd.
    2. Tot en met de tweede graad in familieverband behoren.

Artikel 18.

  1. Uitsluitend de voorzitter en de secretaris van het hoofdbestuur tezamen vertegenwoordigen de vereniging in en buiten rechte. Bij ontstentenis van één van beiden treedt de penningmeester in zijn of haar plaats.
  2. Het hoofdbestuur is, na machtiging door de Algemene Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

Terug naar begin



Artikel 19.

  1. De bezittingen en inkomsten van de vereniging kunnen bestaan uit:
    1. het afdrachtgedeelte van de contributies van afdelingsleden;
    2. het afdrachtgedeelte van de inschrijfgelden van kandidaatleden;
    3. de bijdragen van de algemene leden;
    4. abonnementsgelden van het verenigingsblad.
    5. donaties;
    6. schenkingen en legaten;
    7. opbrengsten van eigendommen;
    8. andere baten.
  2. Het financieel beheer berust bij de penningmeester van het hoofdbestuur.
  3. Onder dit beheer vallen niet die geldmiddelen die, krachtens een besluit als genoemd in Artikel 16 lid 1a, bestemd zijn voor de afdelingen.
  4. De in het vorige lid bedoelde geldmiddelen, alsmede de daaruit verkregen bezittingen, zijn juridisch eigendom van de landelijke vereniging maar staan ten dienste van en worden beheerd door de penningmeester van de betrokken afdeling.
  5. Een afdeling kan, bij besluit van haar ledenvergadering, haar bezittingen, gelden en vermogen onderbrengen in een beheersstichting.
    De statuten van deze beheersstichting dienen te voldoen aan de door de wet hieromtrent gestelde bepalingen en mogen niet strijdig zijn met de verenigingsstatuten. Een (eventueel) model voor deze beheersstichtingsstatuten is verkrijgbaar bij het secretariaat van het hoofdbestuur.
  6. Het bestuur van deze beheersstichting mag uitsluitend bestaan uit de zitting hebbende bestuursleden van die afdeling.
    De functie van stichtingsbestuurder is onverbrekelijk verbonden aan die van bestuurslid van de bovenbedoelde afdeling en houdt op te bestaan op het moment dat de betrokken bestuurder niet langer bestuurslid van de afdeling is.
  7. In de bovengenoemde stichting dienen ook eventuele registergoederen opgenomen te worden.

Artikel 20.

  1. Het bestuur van de afdeling is voor het beheer van geldmiddelen en bezittingen verantwoording verschuldigd aan de leden van de afdeling.
  2. Betreffende de administratie van contributies en de daarmee verband houdende afdracht aan de centrale kas, het verstrekken van gegevens hieromtrent aan de penningmeester van het hoofdbestuur, alsmede het verstrekken van gegevens aan de ledenadministrateur en de secretaris van het hoofdbestuur, is het afdelingsbestuur verantwoording verschuldigd aan het hoofdbestuur.
  3. De, met het vorig lid verband houdende, administratie dient volgens de in Artikel 6 van het Huishoudelijk Reglement vastgelegde bepalingen te geschieden.
  4. Indien de, in lid 2 en 3 van dit artikel genoemde, administratie naar het oordeel van het hoofdbestuur niet juist wordt gevoerd, kan het hoofdbestuur de tijdelijke uitlevering van alle geldmiddelen, bezittingen en administratie vorderen.
  5. De bestuursleden van de afdelingen zijn elk hoofdelijk aansprakelijk tot uitlevering van alle geldmiddelen, bezittingen en administratie.
  6. Het hoofdbestuur neemt alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de bijeenkomsten van die afdeling voortgang te doen vinden.
  7. Zodra de gronden, waarop uitlevering geschiedde, zijn komen te vervallen, worden de geldmiddelen, bezittingen en administratie weer ter beschikking gesteld aan de afdeling, nadat alle achterstallige verplichtingen hieruit zijn voldaan.
  8. Het bestuur van de afdeling kan, nadat aan de verplichting als bedoeld in lid 4 van dit artikel is voldaan, in beroep gaan bij de Algemene Vergadering via de secretaris van het hoofdbestuur.
  9. Het hoofdbestuur dient dit beroep op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering te plaatsen.
  10. De maximale termijn voor het bijeenroepen van deze eerstvolgende Algemene Vergadering bedraagt dertien weken.
  11. Indien een afdeling ophoudt te bestaan en haar ledenvergadering geen bestemming heeft gegeven aan de aanwezige bezittingen, vervallen deze geheel aan de centrale kas van de vereniging.

Terug naar begin



Artikel 21.

  1. Het hoofdbestuur heeft het recht tot het doen drukken en uitgeven van tijdschriften, boeken en brochures verband houdende met de doelstelling van de vereniging.
  2. De redactieleden van de verenigingsbladen worden jaarlijks door de Algemene Vergadering benoemd.
  3. De in het vorige lid genoemde redactieleden zijn verantwoording schuldig aan het hoofdbestuur.
  4. Bij geschillen tussen redactie en inzenders van artikelen beslist het hoofdbestuur.
  5. Bij geschillen tussen hoofdbestuur en de redactie beslist de Algemene Vergadering.

Terug naar begin



Artikel 22.

  1. Wijziging van de statuten of ontbinding van de vereniging kan slechts plaatshebben na een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling, dat daarin een wijziging der statuten of de ontbinding der vereniging zal worden voorgesteld.
  2. Het voorstel tot statutenwijziging of het voorstel tot ontbinding moeten tenminste acht weken voor de vergadering schriftelijk ter kennis van de afdelingsbesturen worden gebracht.
  3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten met een meerderheid van tenminste twee/derde der schriftelijk uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal afdelingen vertegenwoordigd is.
    Is ter vergadering het vereiste aantal afdelingen niet vertegenwoordigd, dan wordt niet eerder dan vier weken en niet later dan dertien weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin het voorstel kan worden aangenomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de schriftelijk uitgebrachte geldige stemmen, ongeacht het aantal afdelingen dat ter vergadering vertegenwoordigd is.
  4. Wijzigingen in de statuten treden in werking zodra zij bij notariële akte zijn vastgelegd.
  5. Tot ontbinding van de vereniging kan slechts worden besloten met een meerderheid van tenminste drie/vierde der schriftelijk uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/ derde van het aantal afdelingen vertegenwoordigd is en waarin tevens een meerderheid in aantal van de ter vergadering vertegenwoordigde afdelingen het voorstel steunt.
    Is ter vergadering het vereiste aantal afdelingen niet vertegenwoordigd, dan wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan dertien weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin het voorstel kan worden aangenomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde der schriftelijk uitgebrachte geldige stemmen, alsmede een meerderheid in aantal van de ter vergadering vertegenwoordigde afdelingen ongeacht het aantal afdelingen dat ter vergadering vertegenwoordigd is.
  6. De vergadering die tot ontbinding van de vereniging besluit, dient het batig saldo te bestemmen voor één of meer rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen met geestverwante doelstellingen.


Terug naar begin




Deze pagina is voor het laatst veranderd op 29 januari 2001
Mogelijkheid van dubbelzijdig Statutenboekje sinds 08 oktober 2013